Wedstrijdbepalingen Algemeen Het Spel- en Wedstrijdreglement van de KNDB is van kracht. Aanvullend geldt: · Het speeltempo is 2 uur voor 50 zetten, vervolgens 1 uur voor 25 zetten en vervolgens 20 seconden per zet In afwijking van de artikelen 9, 13 en 22 geldt, conform het besluit van de Bondsraad van 24 juni 2006: · Een partij eindigt in een plusremise bij een duurzame voorsprong van ten minste drie schijven, waarbij een dam voor twee schijven telt · De partij eindigt in een plusremise wanneer beide spelers dit overeenkomen · In een stand van één dam tegen drie stukken waaronder een dam kan wederzijds nog 16 zetten worden doorgespeeld. Als de partij niet beëindigd is, is het resultaat een plusremise voor de speler met drie stukken, tenzij twee van deze drie stukken nog steeds schijven zijn en hun dampromotie door de minderheidspartij blijvend verhinderd kan worden · De tegenstander van de speler die een plusremise boekt, boekt een minremise · De partij is remise wanneer beide spelers dit overeenkomen · De partij is remise na wederzijds 5 zetten in een stand van één dam tegen maximaal twee stukken waaronder een dam · Een voorstel tot remise, plusremise of minremise dient door een speler te worden gedaan onmiddellijk nadat hij een zet heeft gedaan. Pas na aldus zijn voorstel te hebben gedaan brengt hij de klok van de tegenstander in werking. Deze kan het voorstel aanvaarden of – hetzij mondeling, hetzij door het doen van een zet – verwerpen. In de tussentijd kan de speler die het voorstel heeft gedaan, het niet intrekken. Een voorstel dat niet op de voorgeschreven wijze is gedaan, is wel geldig en blijft van kracht tot het is verworpen of tot één der spelers een zet heeft gedaan. · De speler van wie een voorstel tot remise, plusremise of minremise door de tegenstander is verworpen, mag niet opnieuw hetzelfde voorstel doen, tenzij de tegenstander inmiddels eveneens een zelfde voorstel heeft gedaan. · Indien een speler, aan zet zijnde, aan de hand van zijn notatie aantoont - dat hij reeds tweemaal eerder in de partij in dezelfde stand aan zet is geweest, of - dat hij door een reglementaire zet een stand kan doen ontstaan die reeds twee maal eerder in de partij door een zet van zijn kant is ontstaan, of - dat aan weerszijden de laatste 25 opeenvolgende zetten zijn gedaan zonder dat er een stuk is geslagen of een schijf is verplaatst, kan hij het einde van de partij eisen met als resultaat: - een plusremise / minremise als één der spelers minstens 3 schijven voor staat, waarbij een dam voor 2 schijven telt - een remise in alle andere gevallen De gegrondheid van de eis wordt onderzocht in de bedenktijd van de eiser. Blijkt zijn eis correct dan wordt de partij beëindigd met het hierboven beschreven resultaat. · Een partij waarin remise wordt overeengekomen voordat wederzijds 40 zetten zijn gedaan, wordt voor beide spelers verloren verklaard. · Aan de uitslag van de partij is een puntentoekenning verbonden. Indien de partij in remise eindigt verwerven beide spelers één punt. Eindigt de partij in een plusremise dan verwerft de speler met voordeel een voordeelpunt en zijn tegenstander een nadeelpunt. Aan een speler die de partij verliest worden geen punten toegekend. De speler die wint verwerft twee punten. De uitslag van de partij kan dus 2-0, 0-2, 1-1, 1-1 met een voordeelpunt voor wit (te noteren als 1+ - 1-), 1-1 met een nadeelpunt voor wit (te noteren als 1- - 1+) of 0-0 zijn. Dat laatste is het geval indien voor elk van de spelers de partij krachtens artikel 12.2, 12.3 of 13.5 of de hierbovenstaande bepaling verloren is verklaard. Rechten · De nummer één verwerft de titel ‘Kampioen van Nederland 2009’. · De hoogst geëindigde, nog niet voor het wereldkampioenschap gekwalificeerde speler plaatst zich voor het WK in Brazilië in oktober/november 2009. · De drie hoogst geklasseerde spelers plaatsen zich voor de finale van het NK 2010. De overige spelers vallen terug naar de halve finale. · Aan elke plaats in de eindrangschikking is een geldprijs verbonden. Spelers met evenveel punten en hetzelfde saldo plus-/minremises delen hun prijzen. Eindstand · De eindstand wordt bepaald door het behaalde aantal punten: de speler die de meeste punten behaalt, is kampioen; de speler die op één na de meeste punten haalt, is tweede, enzovoort. · Als meerdere spelers evenveel punten behalen, is achtereenvolgens bepalend: 1. het beste saldo van plusremises en minremises 2. voor zover de plaatsen 1, 2 of 3 in het geding zijn: een barrage. Een barrage eindigt onbeslist als het aantal punten en het saldo plus-/minremises gelijk is. 2a. Is de eerste plaats in het geding, dan wordt de barrage direct na afloop van de laatste ronde gespeeld. Bij twee gelijk geëindigde spelers bestaat de barrage uit 2 partijen met een bedenktijd van 5 minuten plus 2 seconden per zet per speler per partij; eindigt deze barrage onbeslist dan volgt een barrage met een bedenktijd van 15 minuten per speler voor een onbeperkt aantal partijen; de eerste winstpartij of plusremise is beslissend. Bij meer dan twee gelijk geëindigde spelers bestaat de barrage uit een enkelvoudig toernooi met een speeltempo van 5 minuten plus 2 seconden per zet per speler per partij. Staan na deze barrage nog steeds meer dan twee spelers gelijk, dan volgt een enkelvoudig toernooi met een speeltempo van 10 minuten per speler voor een onbeperkt aantal partijen; de eerste winstpartij of plusremise is telkens beslissend. Staan na deze barrage nog steeds meer dan twee spelers gelijk, dan volgt een enkelvoudig toernooi met een speeltempo van 5 minuten per speler voor een onbeperkt aantal partijen; de eerste winstpartij of plusremise is telkens beslissend. 2b. Gaat het om plaats 2 of 3 dan wordt de barrage op een latere datum gespeeld. Een barrage om de tweede plaats wordt alleen gespeeld als deelname aan het WK op het spel staat. Het speeltempo is 20 minuten plus 5 seconden per zet per speler. Bij twee gelijk geëindigde spelers bestaat de barrage uit 2 partijen. Eindigt deze onbeslist dan volgen partijen met een speeltempo van 10 minuten plus 5 seconden per zet per speler; de eerste winstpartij of plusremise is beslissend. Bij meer dan twee gelijk geëindigde spelers bestaat de barrage uit een enkelvoudig toernooi met een speeltempo van 20 minuten plus 5 seconden per zet per speler per partij. Staan na deze barrage nog steeds meer dan twee spelers gelijk, dan volgt een enkelvoudig toernooi met een speeltempo van 10 minuten plus 5 seconden per zet per speler per partij. Staan na deze barrage nog steeds meer dan twee spelers gelijk, dan volgen enkelvoudige toernooien met een speeltempo van 5 minuten plus 5 seconden per zet per speler per partij tot er een eindrangschikking is. Meester- en grootmeesterpunten De plaatsen 1 t/m 3 geven recht op respectievelijk 3, 2 en 1 grootmeesterpunten. De plaatsen 1 t/m 5 geven recht op respectievelijk 5, 4, 3, 2 en 1 meesterpunten. Bij gelijk eindigen (evenveel wedstrijdpunten) worden de (groot-)meesterpunten gedeeld. Bij het toekennen van de (groot-)meesterpunten blijft de door Alexander Baljakin bezette plaats buiten beschouwing. Slotbepalingen Bij geschillen en in gevallen waarin de reglementen en de wedstrijdbepalingen niet voorzien, beslist de wedstrijdleiding. Indien een geschil volgens artikel 59 van het Spel- en Wedstrijdreglement daarvoor in aanmerking komt, kan tegen deze beslissing worden geprotesteerd bij de Protestcommissie van de KNDB. |